Philippus Van Schalkwyk
Publicatie

‘My naam is Philippus Van Schalkwyk’

My naam is Philippus Van Schalkwyk. Mijn opa is van Nederlandse komaf en vanwege mijn naam en achtergrond heb ik weinig kans in Zuid-Afrika.” Mijn praatgrage taxichauffeur geeft me weinig ruimte om iets terug te zeggen, maar deze zinnen slaan me sowieso de woorden uit de mond. Ik laat op me inwerken wat deze man vertelt: verschoppeling in de apartheidsjaren en nu wéér een verschoppeling. Een soort niemand.

Niet te vergelijken

Philip is een kleurling. Zijn Nederlandse opa moet een bruine vrouw gehad hebben. Of in ieder geval: ermee naar bed geweest zijn. Ook zou hij familie kunnen zijn van Marthinus Van Schalkwyk (1959) – geen kleurling – die de Nuwe Nasionale Party leidde tussen 1997 en 2005. Toen de NNP in 2005 uiteenviel, sloot Van Schalkwyk zich aan bij het ANC. Als ze al familie zijn, leiden ze een leven dat niet met elkaar te vergelijken is. Marthinus Van Schalkwyk heeft een carrière in de politiek, met bijbehorend salaris. En Philip? Hij is taxichauffeur. En dan mag hij nóg blij zijn.

“Maar ik zei: wij wilden kinderen. Nu moeten we ze kansen geven. Dat zijn we aan ze verplicht”

Philip had al van zijn pensioen kunnen genieten, zegt hij. Vroeger werkte hij in de verslavingszorg en als er voor hem in dat werkveld nog werk zou zijn, zou hij dat gráág doen. Zijn pensioengeld gaf hij aan zijn kinderen om naar school en naar de universiteit te kunnen. “Toen kreeg ik ruzie met mijn vrouw. Zij vond het belachelijk dat ik het geld aan de kinderen besteedde. Maar ik zei: zij hebben er niet voor gekozen om er te zijn. Wij wilden kinderen. Nu moeten we ze kansen geven. Dat zijn we aan ze verplicht.” Hij vertelt vol trots over de universitaire graad van zijn dochter, een twintiger, en het schooldiploma van zijn zeventienjarige zoon.

My wife left me

My wife left me,”, zegt hij zuur, “maar ik sta achter mijn keuze. Ik voel me nog jong en wil nog wel werken.” Een baan in de zorg zit er voor hem niet meer in. Sinds 1994 zijn ook de kleurlingen slachtoffer van de regstellende aksies, die ervoor moeten zorgen dat de zwarte bevolking meer kans heeft op werk, een goed inkomen en een beter leven. Philip geeft aan wat dat betekent: “Zwarten worden overal voorgetrokken. Acht zwarten, één blanke en één kleurling – dat zijn de verhoudingen die het ANC nastreeft. In veel van de bedrijven. En dat beleid wordt blind nagestreefd, ongeacht de consequenties.”

Kleurling
De zogeheten kleurlinge (coloureds) zijn ook nu slachtoffer van het systeem. (Foto: Unsplash)

Brain drain

Hij doelt op de problemen die ontstaan bij tal van bedrijven, nu niet-gekwalificeerd personeel tal van werkzaamheden moet doen. Hij doelt ook op de brain drain die al jaren gaande is: hogeropgeleiden die uit Zuid-Afrika vertrekken, omdat ze geen werk vinden. Maar hij doelt ook op zichzelf. Een goedwillende zestiger, gezond van lijf en leden, die vanwege zijn achtergrond en huidskleur niet verder komt dan taxichauffeur. “Mijn naam is Philippus van Schalkwyk en vanwege deze naam heb ik weinig kans in Zuid-Afrika.”

Those were hitty times

De rit duurt een halfuur, dus hij kan veel vertellen. Ik hoor dat zijn vader moest rondkomen van 12 Rand per week. Ter vergelijking: in de tijd dat wij in Zuid-Afrika woonden, was één Rand ongeveer één gulden. Twaalf gulden per week, dus.  Minder dan 50 gulden per maand. “Daarmee moest hij ons eten geven, de huur betalen, ons naar school sturen… alles. Those were shitty times!” Juist om die reden wilde hij het beter doen. “Mijn kinderen verdienen een kans, waar ik die niet meer krijg. Maar mijn dochter overweegt soms om in het buitenland aan het werk te gaan. Waar? Maakt niet uit, want Zuid-Afrika is geen prettig land meer om te wonen en te werken.”

“Kaapstad is een prachtige stad. It’s vibrant! Maar door die grote toestroom aan mensen die alleen maar iets komen halen, en niets willen bijdragen, gaat het ook hier achteruit”

Philip verdenkt president Zuma en zijn ANC-trawanten ervan dat ze de zwarten massaal naar de grote steden ‘sturen’ – ook naar Kaapstad – om daar de banen van blanken en kleurlingen over te nemen. “Het interesseert de regering niet of wij ons werk goed doen. Zij hebben alleen oog voor de zwarten”, verzucht hij. “Zolang zij maar aan het werk raken, wat er met ons gebeurt kan ze niet schelen.”

Alles wordt afgebroken

Maar zijn klacht gaat verder: “Kijk wat er gebeurt! Alles wordt afgebroken. Kaapstad is een prachtige stad. It’s vibrant! Er gebeurt hier veel, mensen zijn bereid om te werken en iets op te bouwen. Kaapstad zou een voorbeeld kunnen zijn voor de rest van Zuid-Afrika. Maar door die grote toestroom aan mensen die alleen maar iets komen halen, en niet bereid zijn om iets bij te dragen, gaat het ook hier achteruit. De andere grote steden werden al afgebroken, nu is Kaapstad aan de beurt.”

Met deze koers gaat Zuid-Afrika zachtjesaan Zimbabwe achterna, voorspelt de taxichauffeur. “Er ontstaat een zwarte elite, die een verkeerd voorbeeld geeft. Take what you can get. Corruptie, zelfverrijking, graaien. Is het dan gek dat de bevolking dat voorbeeld overneemt en je al snel de misdaad niet meer kunt controleren? En er wordt niets aan gedaan. Teveel misdadigers die gestraft zouden moeten worden, krijgen amnestie. What kind of message is that?

Waterfront
Een nieuwe zwarte elite geeft het verkeerd voorbeeld, van corruptie, zelfverrijking, graaien, schetst mijn taxichauffeur. (Foto: Pexels)

Ooooh men!

Mijn vraag wat er dan moet gebeuren om Zuid-Afrika weer perspectief te geven, ontlokt Philip een hartgrondig “Ooooh men!”. Het is lastig, erkent hij. De president vervangen -in december is er een ANC-congres waarin het partijleiderschap besproken wordt- lost niets op als vrijwel de hele partij corrupt is. Wél stelt hij: “Stoppen met oneerlijke maatregelen, die voor achteruitgang zorgen in plaats van voor herstel. Ga weer gekwalificeerd personeel aanstellen. En investeer in je onderwijs. Want je bouwt een cultuur op met educatie, met aandacht voor kunst, muziek, theater. Als je rondrijdt in Kaapstad zie je heel veel wat in de afgelopen eeuwen neergezet en opgebouwd is. Dingen waar mensen trots op kunnen zijn. Maar nu? Er wordt alleen maar afgebroken. Hoe kun je daar trots op zijn?!”

Trots op wat je doet

Ik heb veel om over na te denken wanneer Philip mij afzet. Net als je denkt dat je Zuid-Afrika een beetje gaat begrijpen, ontmoet je zo’n man. Bruin, maar deels van Nederlandse komaf. Geen spoortje schaamte voor zijn historie of voor zijn huidskleur, trots zelfs. Terwijl dat woord ook zijn overige denkbeelden beheerst: je moet trots kunnen zijn op wat je doet. Je moet je kinderen kansen geven en je moet opbouwen.

“Waren er maar meer mensen zoals hij, bedenk ik. Mensen die niet bang zijn om tegen een volslagen vreemde te zeggen: My naam is Philippus Van Schalkwyk

Waren er maar meer mensen zoals hij, bedenk ik. Mensen die niet bang zijn om tegen een volslagen vreemde te zeggen: “My naam is Philippus Van Schalkwyk”. In mijn appartement schenk ik mijzelf een Amarula in. En ik toast met mijzelf, op een mooier, béter Zuid-Afrika. Een land dat kansen biedt aan iedereen. Een land om trots op te zijn.

En ik toast op Philip. Dat het je goed mag gaan!

(Deze blog schreef ik tijdens een verblijf van enkele maanden in Zuid-Afrika, in 2012)