Jacaranda
Publicatie

De Jacaranda… een sprookjesboom!

De Jacaranda is letterlijk een sprookjesboom. Ik weet zeker dat er zaadjes van deze boom vanuit één of ander onzichtbaar Narnia-oord naar onze wereld gesmokkeld zijn. Het zachte paars van de duizenden opeengehoopte bloemetjes… zó intens mooi! Veranderend van kleurdiepte naarmate je verder weg of dichterbij staat. En wanneer het harde licht van de dag plaatsmaakt voor het zachte, haast matte licht van de vooravond, wordt de kleur nóg intenser. Dieper. Hypnotiserend. Maar in het donker verdwijnt de kleur en verschuilt de Jacaranda zich tussen de kleurloosheid van alle andere bomen. Totdat het weer licht wordt…

Volledig paarse stad

Deze maand bloeien de Jacaranda’s in Zuid-Afrika. Dat wil zeggen, daar waar ze te vinden zijn. In Pretoria hoef je niet te zoeken; daar is bijna geen straat te vinden zónder Jacaranda’s. Niet voor niets wordt Pretoria dé Jacarandastad genoemd. Vanaf een willekeurig hooggelegen punt heb je daar in november een adembenemend uitzicht over een volledig paarse stad. Waar je ook kijkt, kleuren de straten lila. De Kaap kent dit schouwspel niet. Ja, hier is het (nog) mooi groen, bloemen bloeien in vele kleuren, maar om Jacaranda’s te vinden heb je een stofkam nodig. Afgezien van twee Jacaranda’s die bij mij om de hoek staan, tegenover de La Rochelle NG-kerk.

“De Jacaranda-ervaring van Paarl is ruim voldoende om als oud-Pretorianer even helemaal je hart op te halen”

Gelukkig kreeg ik de tip dat je voor een glimp van de paarse bloemenweelde in Paarl moet zijn. Dus reed ik gistermiddag oostwaarts, en ik werd niet teleurgesteld. Weliswaar is de Jacaranda-ervaring van Paarl onvergelijkbaar met die van ‘mijn’ good old Jakarandastad, maar ruim voldoende om als oud-Pretorianer even helemaal je hart op te halen. Ik besloot om vanaf de N1 de afslag Main Street te nemen. Je rijdt dan via de oude Hoofdstraat Paarl binnen. Aan weerszijden van de straat zie je al snel de Kaaps-Hollandse huisjes van het oude Paarl, afgewisseld met koloniale woninkjes die me sterk aan Pelgrims Rus doen denken. En her en der, helder afstekend tegen het groen van de tuinen, het paars van Jacaranda’s. Niet overal, maar genoeg om ze niet te missen.

Magie van de boom

Mijn advies is: parkeer je auto en ga rondlopen, want de Jacaranda-ervaring vanuit een auto beperkt zich tot de mooie kleuren. Pas als je gaat rondlopen, zie je de magie van de boom. De veranderende kleurintensiteit. Dan zie én voel je het tapijt van paarse bloemetjes onder de bomen: afhankelijk van de tijd van de maand dikker of dunner. Als kind in Pretoria liep ik vaak op blote voeten. Het was altijd een bijzondere ervaring om door zo’n tapijt van Jacarandabloemetjes te lopen. Je voelde dan hoe de fluweelzachte, kelkvormige bloemetjes pop-pop-popten onder je voeten. Haast een voetmassage. Het ‘kaalvoet’ door de bloemetjes lopen had één risico: je kon gestoken worden door een bij of wesp, die net bezig was om nectar uit één van de bloemetjes te slurpen.

“Eigenlijk zijn het geen peulen; ze lijken op platte slangenkoppen. Ze zijn stug en bruin. Door de zonnewarmte drogen ze in en barsten ze verwrongen open”

Gistermiddag in Paarl zag ik iets wat ik was vergeten: de zaadpeulen die de Jacaranda aanmaakt. Als je onder een boom staat, zie je ze hangen. Eigenlijk zijn het geen peulen; ze lijken op platte ‘slangenkoppen’. En ze zijn stug en bruin. Door de zonnewarmte drogen ze in en barsten ze, terwijl de Jacaranda bloeit, verwrongen open. Ik kan me trouwens niet herinneren hoe de Jacaranda eruitziet wanneer hij niet bloeit. Dat is raar, want de boom bloeit hooguit één, twee maanden. En veel blad heeft hij niet in de bloeitijd. Hier en daar wat twijgjes met fijne, dunne blaadjes eraan. Vergelijkbaar het blad van doringbome (Acacia). Maar je wordt pas betoverd door de Jacaranda als hij gaat bloeien.

Eén van de oudste kerken

Ook een uitzicht van bovenaf op de bloeiende Jacaranda’s is prachtig. Als je vanaf de Hoofdstraat in Paarl – toch weer met de auto – de bordjes volgt naar het Afrikaanse Taalmonument, kun je het bergpaadjie rijden dat in de buurt van het Afrikaanse Taalmonument loopt. Volg daarvoor de borden ‘Paarl Mountain Nature Reserve’. Vanaf de berghelling heb je een fraai uitzicht op de vele Jacaranda’s in Paarl. Nogmaals, voor de échte Jacaranda-ervaring moet je naar Pretoria. Maar het sprookjesachtige paars tussen het groen van de tuinen en parken en het wit van de huizen en kerken in Paarl blijft fascinerend. En het bergpad loopt met het dorp mee, tegen de berghelling. Dus je ziet steeds iets anders!

“De hagelwitte Strooidakkerk uit 1805 is van een kerkgemeente die al in 1691 is gesticht door Franse Hugenoten. Het is één van de oudste kerkgebouwen in Zuid-Afrika”

Over witte kerken gesproken, aan Main Street vind je ook de hagelwitte Strooidakkerk, gebouwd in 1805, eigendom van een kerkgemeente die al in 1691 is gesticht door Franse Hugenoten. De kerk, die zijn naam dankt aan het dak van riet (stro), is één van de oudste kerkgebouwen in Zuid-Afrika. Het gebouw is niet open voor publiek, maar je kunt vrijelijk rondlopen in de tuin en begraafplaats rondom de kerk, ontdekte ik. En voordat ik het wist, stond ik tussen de oude graven, sommige van begin 1800. Veel Franse namen, maar ook aardig wat Duitse.

Afrikaner mengelmoesje

Eén van de eerste graven die ik bekeek, was van het echtpaar Aling. Mevrouw Aling was geboren Meiring, stond er. Ik vroeg mij af of zij (verre) familie zou kunnen zijn van mijn oma, die een Meijerink was en uit de grensstreek Nederland-Duitsland kwam. Als je in stambomen gaat duiken, ontdek je vaak binnen een paar generaties verschrijvingen van de achternamen, dus het zou zomaar kunnen.

“Rustig en lommerrijk kun je de begraafplaats zeker noemen. Ik zag er een paar scharrelende tarentale, schuwe parelhoenders. Als er mensen aankomen, gaan zij er vandoor”

Er stond veel Nederlands tussen de grafschriften, maar ik kwam ook Duitse teksten tegen. ‘Lasset die Kinder zu mir kommen…’. En Franse namen. Het mengelmoesje aan afkomsten waaruit de Afrikaner ontstaan is. Het grote kerkhof wordt redelijk goed onderhouden, maar heeft ook vervallen delen met roestige hekken en kapotte of zelfs ontbrekende grafstenen. De tand des tijds doet zijn werk, terwijl hier en daar wellicht moedwillig graven beschadigd worden? Of er rommel ontstaat door ‘boemelaars’ (zwervers) die ’s nachts een slaapplekje op het kerkhof komen zoeken? Rustig en lommerrijk kun je de begraafplaats zeker noemen. Ik zag er een paar scharrelende tarentale, schuwe parelhoenders. Als er mensen aankomen, gaan zij er vandoor.

Leven, hoop en voortbestaan

Rondom de kerk en het kerkhof staan diverse Jacaranda’s. Welke kant je ook uitloopt, je ziet ze vroeg of laat. Wanneer zouden ze geplant zijn, bedacht ik? Vanaf welk jaar kleurden in het Zuid-Afrikaanse voorjaar de begrafenissen bij de Strooidakkerk paars? Paars… een kleur die past bij rouw en overlijdensberichten. Terwijl die woorden juist weer niet bij de Jacaranda passen.

“Zijn het niet zulke kleine dingen die vaak begrafenissen dragelijk maken? De zon die ineens door de wolken breekt, het zingen van vogels, de geur van voorjaar?”

Ik zou de Jacaranda eerder associëren met leven, hoop en voortbestaan. En misschien is dat ook wel de boodschap die de bomen jarenlang aan vele begrafenisgangers mochten meegeven. Want zijn het niet zulke kleine dingen die vaak begrafenissen dragelijk maken? De zon die ineens door de wolken breekt, het zingen van vogels, de geur van voorjaar? Of zonlicht dat adembenemend z’n weg zoekt door de paarse kleurenpracht van Jacarandabomen?

(Ik schreef deze blog tijdens een verblijf van enkele maanden in Zuid-Afrika, in 2012)